13. Een gat dichten
Soms groeit een vers uit eenheid van kontrasten:
twee antithesen, op elkaar gemunt,
al vechtend, samendrukken tot één punt
totdat ze als explosies zich ontlasten.
Hun resten rond een gat, de kans verbaast ze:
hoe wordt een bres gedicht, een hol gevuld?
Een tweespalt krimpt en is ineengekruld.
De poëzie maakt tegendelen naaste.
Ik zocht naar taal, ik vond soms wat defekte
verborgen woorden in een rommelhoek,
fragmentjes van een tekst die ik ontdekte.
Met restjes moest ik doen een onderzoek
naar uiten van mijzelf. En ik verwerkte
uit onzin weer de zin. Het staat te boek.
Februari 1987